Verslag introductiebijeenkomst tweede projectjaar Jong+Oud=Goud

24 februari 2016

‘Bedenk dat iedereen anders is en dat je niet overal wat van hoeft te vinden. Onthoud dan dat iemand altijd al zo geleefd heeft.’

Op donderdagavond 18 februari vond de introductiebijeenkomst voor de nieuwe lichting studentvrijwilligers van het project Jong+Oud=Goud plaats. Locatiesponsor de Centrale Bibliotheek Amsterdam stelde hiervoor de mooie vergaderzaal Haasse/Vestdijk ter beschikking. Vanaf 18:45 druppelden de eerste studenten binnen. Sommigen van hen hebben al meerdere bezoeken aan hun senior gehad, anderen hebben net kennisgemaakt en weer andere studenten zijn nog in afwachting van hun match. Genoeg gespreksstof dus en onder het genot van een kopje koffie of thee worden onderling al ervaringen en verwachtingen gedeeld. Anne van Oudheusden, medeoprichter van Stichting SeniorenStudent, opent deze eerste verdiepingsbijeenkomst. ‘Welkom allemaal, fijn dat jullie er zijn! Zoals jullie zien, zijn we nog niet helemaal compleet en zijn er nog plekken voor studenten beschikbaar. Ik hoop dat we jullie tijdens deze bijeenkomst enthousiast kunnen maken om nog meer studenten te lokken. Vooral jongens zijn welkom!’ zegt Anne lachend terwijl ze de zaal met voornamelijk vrouwen rondkijkt, ‘Maar we zijn natuurlijk ook erg blij met alle vrouwen!’

Van elkaar leren
Verdiepingsbijeenkomst 1_Jong+Oud=Goud 2.0_Stichting SeniorenStudent_klein_03Anne vertelt kort over het ontstaan van Stichting SeniorenStudent. Bij het project Jong+Oud=Goud worden 50 studenten aan 50 Amsterdamse senioren gekoppeld. Een jaar lang gaan zij minimaal 6 uur per maand op bezoek bij ‘hun senior’. Samen werken ze aan concrete doelen zodat de senioren na dat jaar een stukje zelfredzamer en minder eenzaam zijn. Anne legt uit dat de studenten gedurende het jaar op zoek moeten gaan naar hulpmiddelen om de situatie van hun senior te verbeteren. Het project is ook voor de studenten zelf heel leerzaam. ‘Je doet veel nieuwe kennis en ervaringen op. Daarom organiseren we ook deze verdiepingsbijeenkomsten en zullen we jullie intensief begeleiden. Daarnaast kun je ook veel leren van jouw senior. Senioren hebben immers veel levenservaring die ze graag willen delen. Vraag tijdens een mooie wandeling bijvoorbeeld eens wat jouw senior kan vertellen over de stad,’ sluit Anne haar praatje af.

 

Samenvatting eerste projectjaar 
Verdiepingsbijeenkomst 1_Jong+Oud=Goud 2.0_Stichting SeniorenStudent_klein_05Lotte van Oudheusden, medeoprichter van Stichting SeniorenStudent, wil graag wat cijfers van het eerste projectjaar met de nieuwe lichting studentvrijwilligers delen en laten zien wat het afgelopen jaar al gedaan en bereikt is. ‘In totaal zijn 56 matches gemaakt. Dat komt omdat er gedurende het jaar een aantal matches zijn uitgevallen waardoor we toen weer andere senioren hebben gekoppeld aan een student. De meeste aanmeldingen kwamen via zorgprofessionals: zij hebben een goed beeld van de situatie en weten dat dit project waardevol voor ze zal zijn.’ Lotte vertelt ook dat Stichting SeniorenStudent fijn contact heeft met al deze zorgprofessionals en dat ze na de aanmelding van senioren nog op de achtergrond betrokken blijven. ‘Als je een vraag hebt over de situatie van jouw senior, kun je via ons altijd contact met hen opnemen.’ Over de motivatie van studenten om zich aan te melden voor dit project kan Lotte kort zijn: ‘Vrijwel elke student had als reden dat hij of zij graag iemand wil helpen en het contact met senioren heel gezellig vindt. Daarnaast doen sommige studenten het ook als verlengde van hun studie, zoals een aantal studenten van Gezondheidswetenschappen net vertelden.’ In het eerste projectjaar zijn tot nu toe 575 bezoeken geweest, hebben wij twee mooie prijzen gewonnen én heeft de stichting in september 2015 bezoek gehad van Koning Willem-Alexander. Samenvattend was het eerste projectjaar van Jong+Oud=Goud erg positief waardoor nu uitgebreid kan worden naar een tweede projectjaar. Lotte: ‘Ik mag jullie nu een korte film van Stichting SeniorenStudent laten zien, met daarin een aantal koppels van het eerste projectjaar.’

Woordje van het bestuur
Nu het project Jong+Oud=Goud nog visueler is geworden voor de studenten, neemt Wouter Oomen, penningmeester van het bestuur van Stichting SeniorenStudent, het woord: ‘Hoeveel mensen wisten überhaupt dat de stichting een bestuur heeft?’ Ongeveer 3 handen gaan omhoog. ‘Bestuurslid zijn van Stichting SeniorenStudent is eigenlijk vrij eenvoudig en dat komt ook omdat het gewoon heel erg goed gaat, dan heb je minder werk om handen. Het team van de stichting doet het meeste werk. Zij voeren uit en het bestuur controleert.’ Het bestuur bestaat uit 6 personen met verschillende achtergronden, waardoor ieder zijn of haar eigen kracht kan inzetten. ‘Het is bijvoorbeeld erg prettig dat we een jurist in ons midden hebben die dan zegt: “Hoe zit het met de aansprakelijkheidsverzekering?”‘ Het bestuur houdt dus op de achtergrond een oogje in het zeil en stuurt af en toe bij waar nodig. ‘Voor jullie is het prettig om te weten dat de structuur stevig staat,’ spreekt Wouter de studentvrijwilligers toe. ‘Maar het werkt vooral zo goed, omdat jullie er zijn! Jullie houden de stichting draaiende! Namens het bestuur heet ik jullie dus welkom en wil ik jullie nu alvast heel hartelijk bedanken voor al het werk. En ik hoop jullie natuurlijk vaker te zien, onder andere bij de verdiepingsbijeenkomsten.’

Sociaal contact en kijken naar eigen hulpvraag
Dan komt Anna Marie Valkema van Cordaan aan het woord: ‘Ik heb lang als wijkverpleegkundige gewerkt en dat heb ik altijd heel erg leuk gevonden, voornamelijk door de diversiteit. Dat zullen jullie ook gaan ervaren.’ Anna Marie geeft de studenten deze avond wat meer achtergrondinformatie zodat ze hun senior zo goed mogelijk verder kunnen helpen als er iets aan de hand is. ‘Ik heb veel gezien bij mensen thuis. Senioren krijgen steeds meer beperkingen en komen weinig buiten. Ik als zorgprofessional kan daar veel in betekenen, maar vaak is wat júllie doen veel belangrijker dan een medische handeling.’ Anna Marie doelt hiermee op het sociale contact. ‘Stel je hebt twee chronische aandoeningen, ben je dan nog gezond? Vroeger was de definitie: als je een ziekte hebt, ben je niet meer gezond en lig je uit de samenleving. Maar wie zegt dat een aandoening invloed heeft op hoe je je voelt? Je moet een omslag maken naar wat je mogelijkheden zijn en wat jou gelukkig maakt.’  Anna Marie geeft de tip om vooral vanuit de eigen hulpvraag aan dingen te werken. ‘Ik had een cliënt met diabetes die daar zelf niet veel mee bezig wilde zijn. Het heeft dan geen zin om haar voedingspatroon te willen veranderen. Ze wilde wel zelf meer naar buiten, maar de diabetes belemmerde haar benen. Daar moet je dan op inspelen. Vanuit de eigen zorgvraag kun je doelen bereiken.’

Grenzen aangeven en verwachtingen uitspreken 
Anna Marie drukt de studenten op het hart om vooral contact op te nemen met de wijkverpleegkundigen als er vragen zijn of dingen waar de studenten tegenaan lopen. ‘Als je niet weet hoe je ergens mee om moet gaan of je denkt “dat ligt buiten mijn grenzen”, neem dan contact met mij op. Ik kan jullie verder helpen en vertellen waar jouw senior terechtkan of bijvoorbeeld contact opnemen met de huisarts. Geef op tijd je grenzen aan. Je hoeft natuurlijk niet alles te pikken omdat iemand nou eenmaal ouder is. Spreek ook duidelijk de verwachtingen uit, bijvoorbeeld: “Ik ben er vandaag tot 15:00.”‘ Tot slot wil Anna Marie de studenten nog een goede tip meegeven: ‘Bedenk dat iedereen anders is en dat je niet overal wat van hoeft te vinden. Onthoud dan dat iemand altijd al zo geleefd heeft. Soms word je bedankt en soms helemaal niet, maar zonder dat je het doorhebt, bereik je vaak met voor jou hele kleine dingen een hele hoop!’

Doelen als rode draad
Lisette van der Burg, projectmedewerker van Stichting SeniorenStudent, vertelt de studenten wat meer over het verloop van het project: ‘Je gaat natuurlijk eerst een keer kennismaken. Is er inderdaad die klik en zijn er raakvlakken qua interesses en achtergrond? Bespreek ook meteen elkaars verwachtingen en maak afspraken over de volgende bezoeken.’ De studenten stellen samen met de senioren tijdens het derde bezoek een aantal doelen op waar ze gedurende het jaar aan gaan werken. Lisette: ‘Je komt een jaar lang bij jouw senior en na dat jaar stopt het in principe. De doelen zijn de rode draad, dus houd die altijd in je achterhoofd. Maar maak het ook niet te groot; je kunt niet iemands hele leven veranderen en ervoor zorgen dat iemand allemaal nieuwe hobby’s en contacten heeft.’

Eén van de studentvrijwilligers vraagt zich af wat je moet doen als er niet direct specifieke doelen rondom eenzaamheid naar voren komen. Lisette begrijpt dat het soms lastig kan zijn om dan te sturen naar bepaalde doelen. ‘Je hoeft natuurlijk niets op te leggen. Hoe langer je bij iemand komt, hoe beter je iemand leert kennen. Nadat een vertrouwensband is opgebouwd, komen er vaak toch nog doelen naar voren. Daarom zijn er ook een aantal evaluatiemomenten om te bespreken hoe het met de doelen gaat en of er misschien nieuwe dingen zijn waar jullie samen aan willen werken. Laat dit vooral ook uit iemand zelf komen.’ Tot slot geeft Lisette nog wat praktische informatie: ‘Vul je logboek meteen na je bezoek in. Het is best lastig om een aantal weken later te bedenken wat jullie ook alweer gedaan hebben, dus maak hier een gewoonte van. En weet dat we altijd voor jullie klaar staan als er iets is, leuk of minder leuk. Blijf niet met vragen of problemen rondlopen. En volg ons op Facebook en Twitter!’

Interview met meneer Peters en studentvrijwilliger Jochem
Verdiepingsbijeenkomst 1_Jong+Oud=Goud 2.0_Stichting SeniorenStudent_klein_21De laatste 20 minuten gaat het woord naar Meneer Peters en studentvrijwilliger Jochem. Zij zijn een match van het eerste projectjaar en kennen elkaar nu zo’n 8 maanden. ‘Via het loket Zorg en Samenleving ben ik bij Stichting SeniorenStudent terechtgekomen. Ik heb door ontslag financiële problemen gekregen en toen ik net weer in een dal zat, kwam dit aanbod en dacht ik meteen “proberen!” Toen kwam ik in contact met Jochem. De eerste keer hadden we het over van alles en nog wat.’ Jochem vult aan: ‘De kennismaking was meteen heel leuk en gezellig. Ergens vond ik het ook wel spannend: “Nu moet ik het gaan doen”. Het duurt natuurlijk even voordat je elkaar goed leert kennen, maar nu loopt alles heel vloeiend.’ Meneer Peters en Jochem zijn beiden verzot op musea en zijn al naar het Rijksmuseum en het Verzetsmuseum geweest. Ook waren ze aanwezig bij het bezoek van de Koning in september. Meneer Peters: ‘Het was leuk om van andere koppels te horen wat zij samen deden. Dat waren hele andere dingen dan bij ons, omdat de interesses ook heel anders zijn. Je moet je concentreren op de punten waardoor je dicht bij elkaar komt.’

Op de vraag wat Jochem het afgelopen jaar geleerd heeft, zegt hij: ‘Veel verhalen en wijsheid. Ook heb ik voor mezelf geleerd hoe ik de verandering kan opzoeken. Ik heb nooit iets gedwongen gedaan, altijd in overleg. Soms zijn er dingen waar ik het niet mee eens ben, maar dan denk ik “Zo doet hij het al jaren, daar moet ik van afblijven. Hij hoeft niet ook Jochem te worden.”’ Ook meneer Peters vertelt over zijn ervaringen: ‘Hij kwam bij me toen ik uit een diep dal aan het klimmen was. Hij heeft me net het laatste zetje gegeven. Onbewust wil ik Jochem ook niet teleurstellen. Hij maakt todo-lijstjes waar hij dan vijf dingen op schrijft die ik moet doen. Ook herinnert hij me aan dingen: “Denk je daaraan, staat dat nog in je agenda?”’ Per keer bekijken Meneer Peters en Jochem wat ze gaan doen. De ene keer zijn het praktische zaken zoals de administratie bijwerken en het huis opruimen en de andere keer is het een leuk uitje. Omdat deze uitjes natuurlijk niet te veel geld mogen kosten, gaat Jochem altijd op zoek naar leuke gratis activiteiten in Amsterdam. Jochem vertelt dat hij het bijzonder vindt wat dit projectjaar met hem gedaan heeft: ‘Je bent letterlijk bezig met waar het in het leven om draait, namelijk communicatie tussen mensen. Daar leer ik heel veel van.’ Door het contact met andere studentvrijwilligers beseft Jochem ook dat hij onderdeel is van een groter geheel. Hij raadt de nieuwe lichting studenten dan ook aan om met elkaar over hun ervaringen te praten. ‘Iedereen heeft een bijzonder verhaal. Als je er met anderen over praat, heb je voor jezelf ook beter op een rijtje wat je aan het doen bent. De doelen zijn daarbij een middel en niet het doel zelf. Vul iedere keer ook meteen je logboek in, dan zit het nog in je hoofd. En bedenk ook vast voor de volgende keer wat je wil gaan doen of bespreken, zodat je voorbereid bent.’

Met deze laatste tips van een inmiddels ervaringsdeskundige wordt de avond afgesloten. Het was weer een leerzame, gezellige en interessante bijeenkomst waarbij een goede basis is gelegd voor het tweede projectjaar.